1. Deze verordening verplicht de administratieve autoriteiten van de lidstaten niet elkaar bijstand te verlenen ingeval deze bijstand kan leiden tot verstoring van de openbare orde of van andere wezenlijke belangen, met name op het gebied van gegevensbescherming, van de lidstaat waar zij gevestigd zijn.
2. Elke weigering van bijstand wordt met redenen omkleed.
De Commissie wordt zo spoedig mogelijk van de weigering van bijstand en van de aangevoerde redenen in kennis gesteld.